top of page

Indische curry: de basisprincipes

Een curry (of kari) is een algemene term voor een gerecht dat op smaak wordt gebracht met een mengeling van specerijen. De Indische en de Thaise keuken staan bekend om deze gekruide en vaak pittige gerechten. Toch is er een belangrijk verschil tussen een Indische en een Thaise curry. In de Thaise keuken start men op basis van een currypasta. Indische gerechten hebben een droge specerijenmengeling als basis.


Het hoofdingrediënt van een Indische curry is vaak kip of lam. Het rund is heilig voor de hindoes en varkensvlees wordt niet gegeten door moslims. In kustregio's vind je visgerechten, maar ook vegetarische curry's zijn zeer geliefd.


Je start met een mengeling van ui, gember en look te stoven. Ui en gember zijn onontbeerlijk. Look is volgens sommigen niet aangewezen bij feestelijke gelegenheden zoals een huwelijk. Hoe hard je de ui aanstooft, bepaalt mee de kleur en smaak van de curry.

Van zodra de ui zacht is, kan je de specerijen toevoegen om mee te stoven. De warmte maakt de aroma's vrij en zodra het gerecht rijkelijk begint te geuren, kan je de volgende ingrediënten toevoegen.

Indien je werkt met vlees, kan je de stukken even aanbakken vooraleer je de rest toevoegt. Voor veggie gerechten kan je nu de rest van de ingrediënten toevoegen.

De saus kan gevormd worden door verschillende ingrediënten, maar krijgt zijn dikte door ze te laten inkoken en nooit door ze te binden. Volgende opties zijn courant in de Indische keuken: bouillon, yoghurt of room, kokosmelk, tomaat, paprika, gepureerde spinazie of ajuinen.


Een curry serveer je natuurlijk niet alleen. Rijst als bijgerecht is onmisbaar, maar ook naanbrood, pappadums of chapati kunnen. Je smaakpapillen geef je nog wat verkoeling met een raita (komkommer-yoghurtsaus) en uiteraard nog een chutney als extra smaakmaker.


Meer weten en mee koken met ons? Schrijf je in voor de workshop Chutney op 1 oktober en/of de workshop Indische curry op 22 oktober!




Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page